Het nieuwe rijden

Het nieuwe rijden rijstijltips.

• Schakel al bij lage toerentallen naar een hogere versnelling. Voor benzinemotoren bij voorkeur tussen 2000 en 2500 toeren. Voor dieselmotoren bij voorkeur tussen 1800 en 2200 toeren.
• Rijd zoveel mogelijk met een gelijkmatige snelheid met een laag toerental in de hoogste versnelling waarbij de motor soepel loopt. Rijden met een hoog toerental en hoge snelheid verhoogt uw brandstofverbruik aanzienlijk.
• Rijd bij 80 kilometer per uur in de vijfde versnelling en rijd bij 50 kilometer per uur in z’n 4.
• Kijk zo ver mogelijk vooruit en anticipeer op wat het overige verkeer gaat doen. Voorkom onnodig hard remmen en onnodig snel versnellen.
• Houd voldoende afstand. Maak gebruik van de energie van het voertuig(Het vergroten van de afstand tot het voertuig voor u zorgt ervoor dat u beter kunt anticiperen op veranderingen in snelheid van uw medeweggebruikers zodat u rustig kunt rijden met een constante snelheid).
• Ziet u dat u snelheid moet minderen of moet stoppen voor een verkeerslicht, laat dan tijdig gas los, ontkoppel niet en laat de auto in de versnelling uitrollen. U maakt dan nuttig gebruik van de massa van het voertuig om uit te rollen.
• Houd u aan de geldende snelheidslimiet.
• Korte stop, zet dan ook de motor af. Vuistregel is dat bij langer dan 20 seconden stilstaan het al zinvol is om de motor af te zetten.
• Vermijd energieverspilling door onnodig gebruik van elektrische apparatuur, zoals airconditioning en achterruitverwarming. Elektriciteit wordt opgewekt door de verbranding van extra brandstof in de motor; elektrische apparatuur werkt dus niet gratis maar kost altijd extra brandstof en geld.

Voorbereiding van de rit

• Kies de route met zorg, vertrek op tijd en vermijd zoveel mogelijk de spits.
• Vermijd onnodig gewicht in de auto.
• Voorkom onnodige luchtweerstand: haal dakkoffer, fietsenrek of imperiaal na gebruik direct van het dak.
• Onderhoud de auto volgens voorschrift; daarmee blijft de auto in goede conditie en voorkomt u dat de auto meer brandstof gaat verbruiken.
• Vermijd korte ritten. Koude motoren verbruiken meer brandstof per kilometer dan warme motoren. Op korte ritten haalt de motor zijn optimale temperatuur niet, bevordert slijtage en vermindert levensduur van de motor.
• Gebruik voorgeschreven motorolie.

Banden

• Controleer maandelijks de bandenspanning. Houd uw banden goed op spanning aangezien een te lage bandenspanning veiligheidsrisico’s met zich meebrengt en uw brandstofverbruik verhoogt. Voor de juiste bandenspanning (afgestemd op belading en snelheid) raadpleegt u de handleiding van uw voertuig.
• Kies banden die voldoen aan de eisen van De nieuwe band.
• Als u winterbanden gebruikt, rijd er dan niet te lang mee door. Wissel tijdig weer naar zomerbanden.

Brandstofbesparende accessoires

• Maak, indien mogelijk, gebruik van brandstofbesparende accessoires, zoals smartphone applicaties, cruise control en boordcomputer. De cruise control bespaart brandstof en maakt het rijden comfortabeler.
• Vertrouw op de toerenteller als leidraad voor het schakelen.

Kijk voor meer informatie over het nieuwe rijden op www.hetnieuwerijden.nl